Alle vragen kunnen worden gebruikt voor het realiseren
van jouw doel. Wil je kans verhogend communiceren richting jouw doel? Daar
hoort het stellen van slimme vragen absoluut bij.
Goede vragen stellen betekent dat stellingen en meningen
verduidelijkt kunnen worden of anders uitgelegd gaan worden. Sommige mensen
zijn bang om vragen te stellen, bang om voor dom versleten te worden. Geef ze
geen kans om hun angst te koesteren. Zorg dat ze vragen stellen, moedig mensen
aan om dit te doen.
De kunst van vragen stellen ligt besloten in de formule: Luisteren,
Samenvatten en Doorvragen.
De kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Luisteren doe je niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam. Door je
lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij te
zeggen heeft. Kijk de ander aan, knik een keer en maak luistergeluiden (hoewel
dat tijdens vergaderingen niet echt mogelijk is (wel non-verbaal gedrag, mist
binnen de perken), maar direct na de vergadering deze interesse alsnog
zichtbaar en voelbaar kan maken).
Heeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen
in je eigen woorden. Door samen te vatten, check je of je de boodschap
goed hebt begrepen. Is dat niet het geval, dan geef je de ander de gelegenheid
aan te vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur en
kunnen voor jou een pauzemoment zijn.
Voorbeeld samenvatting:
“Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat …” “Je zegt dus dat …”
Speur naar aanknopingspunten om door te vragen.
Wees alert op vaagheden, subjectieve uitlatingen, aannames, algemene waarheden
en formuleringen met ‘moeten’ of ‘kunnen’. Deze taalpatronen verhullen vaak
waardevolle informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo
krijg je meer informatie los. Dat hoeft niet mondeling binnen een vergadering,
maar kan ook daarna door middel van schriftelijke vragen (waardoor je de vraag
ook beter en nog gerichter kan formuleren).
Tip: vaag = vraag! Als
iets vaag is, stel dan altijd een doorvraag. Daarmee voorkom je aannames en
krijg je zaken meer duidelijk.
Vragen (zowel mondeling als schriftelijk) kunnen worden
onderverdeeld in 6 verschillende groepen. Denk vooraf goed na welke type vraag
je gaat stellen en wanneer (controlerend, opiniërend of besluitvormend) en hoe
(mondeling of schriftelijk). En, bouw tijdens een proces een dossier op door middel van vragen in de aanloop naar vergaderingen over een bepaalde kwestie. Een raadsgriffier of raadsadviseur kan je daarbij
helpen.
Een keuzevraag is een vraag waarbij je de ander
gericht stuurt naar een antwoord. Bijvoorbeeld: “Wil
je vandaag of morgen de afspraak hebben?” In dit voorbeeld ga je er
al vanuit dat de ander een afspraak wil. Nee zeggen is voor diegene dan al een
stuk lastiger. Op deze wijze stuur je richting jouw doel.
Keuzevragen gebruik je als meerdere opties mogelijk en/of
zinvol zijn. Je stuurt richting bepaalde opties en beperkt de keuze voor een
ander. Benoem de opties die voor jouw wenselijk zijn ten opzichte van je doel.
Bij hetgeen jouw doel is, geef je een aantal opties. Al deze opties moeten
bijdragen aan jouw doel.
Bij openvragen zet je een ander aan het denken. Je
dwingt hem tot een inhoudelijke reactie en je stuurt de ander naar jouw doel.
Vraag niet “wat vind je van dit voorstel?”
maar vraag “wat spreekt je aan in dit voorstel?”
Bij het eerste voorbeeld geef je iemand de ruimte om ook negatieve dingen te
benoemen, bij de tweede vraag neem je die ruimte al weg.
Nog een voorbeeld. Vraag nooit meer “wat vind je van dit idee of deze oplossing?”
Slimmer is: “wat spreekt je aan in deze oplossing?”
Openvragen gebruik je als je meer informatie wilt hebben van de ander. Stel je
een openvraag, zorg ook dan dat het doel in jouw vraag zit.
Gesloten vragen zijn bedoeld om snel antwoord te krijgen.
Ze sturen naar een antwoord toe, waar direct een bevestiging of een ontkenning
op kan volgen: ‘Woon je in een stad?’ Het is dit type vragen waarbij, zonder
dat het antwoord in de mond wordt gelegd, toch op een doel afgegaan wordt.
Ben je op zoek naar een duidelijke ja of nee? Stel dan
een gesloten vraag.
Suggestieve vragen beïnvloeden het antwoord dat
jij het liefst wilt horen. Zeg eens ‘nee’ tegen iemand als hij vraagt: Je wilt
me toch wel even helpen hè?’ Suggestieve vragen zijn van invloed op
hetgeen jij het liefst wilt horen.
Reflecterende vragen zijn erg belangrijk. Deze
controlevragen stel je als jij een uitvoerige boodschap hebt overgebracht
naar anderen. Je stelt reflecterende vragen als de uitwerking, het
resultaat, niet mag uitblijven en je er zeker van wilt zijn
dat iedereen goed doet wat hij goed moet doen. Of je laat reflecterende
vragen stellen. ‘Heeft iedereen begrepen dat morgen dit werk af moet zijn?’ Of:
‘Heb ik goed begrepen dat ik morgen om zes uur moet beginnen?’
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij
een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling
dat de ontvanger zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de
zender suggereert. Dat gebeurt niet schriftelijk, maar mondeling en vooral
tijdens een debat.
created with
WordPress Website Creator .