+31 - (0)6 - 403 23 123 

Vragenstellen

Alle vragen kunnen worden gebruikt voor het realiseren van jouw doel. Wil je kans verhogend communiceren richting jouw doel? Daar hoort het stellen van slimme vragen absoluut bij.

Goede vragen stellen betekent dat stellingen en meningen verduidelijkt kunnen worden of anders uitgelegd gaan worden. Sommige mensen zijn bang om vragen te stellen, bang om voor dom versleten te worden. Geef ze geen kans om hun angst te koesteren. Zorg dat ze vragen stellen, moedig mensen aan om dit te doen.

De kunst van vragen stellen ligt besloten in de formule: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.

De kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Luisteren doe je niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam. Door je lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft. Kijk de ander aan, knik een keer en maak luistergeluiden (hoewel dat tijdens vergaderingen niet echt mogelijk is (wel non-verbaal gedrag, mist binnen de perken), maar direct na de vergadering deze interesse alsnog zichtbaar en voelbaar kan maken).

Heeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen in je eigen woorden. Door samen te vatten, check je of je de boodschap goed hebt begrepen. Is dat niet het geval, dan geef je de ander de gelegenheid aan te vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur en kunnen voor jou een pauzemoment zijn.  

Voorbeeld samenvatting: “Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat …” “Je zegt dus dat …”  

Speur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op vaagheden, subjectieve uitlatingen, aannames, algemene waarheden en formuleringen met ‘moeten’ of ‘kunnen’. Deze taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo krijg je meer informatie los. Dat hoeft niet mondeling binnen een vergadering, maar kan ook daarna door middel van schriftelijke vragen (waardoor je de vraag ook beter en nog gerichter kan formuleren).

Tip: vaag = vraag! Als iets vaag is, stel dan altijd een doorvraag. Daarmee voorkom je aannames en krijg je zaken meer duidelijk.  

Vragen (zowel mondeling als schriftelijk) kunnen worden onderverdeeld in 6 verschillende groepen. Denk vooraf goed na welke type vraag je gaat stellen en wanneer (controlerend, opiniërend of besluitvormend) en hoe (mondeling of schriftelijk). En, bouw tijdens een proces een dossier op door middel van vragen in de aanloop naar vergaderingen over een bepaalde kwestie. Een raadsgriffier of raadsadviseur kan je daarbij helpen.

Een keuzevraag is een vraag waarbij je de ander gericht stuurt naar een antwoord. Bijvoorbeeld: “Wil je vandaag of morgen de afspraak hebben?” In dit voorbeeld ga je er al vanuit dat de ander een afspraak wil. Nee zeggen is voor diegene dan al een stuk lastiger. Op deze wijze stuur je richting jouw doel.   Keuzevragen gebruik je als meerdere opties mogelijk en/of zinvol zijn. Je stuurt richting bepaalde opties en beperkt de keuze voor een ander. Benoem de opties die voor jouw wenselijk zijn ten opzichte van je doel. Bij hetgeen jouw doel is, geef je een aantal opties. Al deze opties moeten bijdragen aan jouw doel.   Bij openvragen zet je een ander aan het denken. Je dwingt hem tot een inhoudelijke reactie en je stuurt de ander naar jouw doel.

Vraag niet “wat vind je van dit voorstel?” maar vraag “wat spreekt je aan in dit voorstel?” Bij het eerste voorbeeld geef je iemand de ruimte om ook negatieve dingen te benoemen, bij de tweede vraag neem je die ruimte al weg.   Nog een voorbeeld. Vraag nooit meer “wat vind je van dit idee of deze oplossing?” Slimmer is: “wat spreekt je aan in deze oplossing?”

Openvragen gebruik je als je meer informatie wilt hebben van de ander. Stel je een openvraag, zorg ook dan dat het doel in jouw vraag zit.  

Gesloten vragen zijn bedoeld om snel antwoord te krijgen. Ze sturen naar een antwoord toe, waar direct een bevestiging of een ontkenning op kan volgen: ‘Woon je in een stad?’ Het is dit type vragen waarbij, zonder dat het antwoord in de mond wordt gelegd, toch op een doel afgegaan wordt.  

Ben je op zoek naar een duidelijke ja of nee? Stel dan een gesloten vraag.

Suggestieve vragen beïnvloeden het antwoord dat jij het liefst wilt horen. Zeg eens ‘nee’ tegen iemand als hij vraagt: Je wilt me toch wel even helpen hè?’ Suggestieve vragen zijn van invloed op hetgeen jij het liefst wilt horen.

Reflecterende vragen zijn erg belangrijk. Deze controlevragen stel je als jij een uitvoerige boodschap hebt overgebracht naar anderen. Je stelt reflecterende vragen als de uitwerking, het resultaat, niet mag uitblijven en je er zeker van wilt zijn dat iedereen goed doet wat hij goed moet doen. Of je laat reflecterende vragen stellen. ‘Heeft iedereen begrepen dat morgen dit werk af moet zijn?’ Of: ‘Heb ik goed begrepen dat ik morgen om zes uur moet beginnen?’

Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de zender suggereert. Dat gebeurt niet schriftelijk, maar mondeling en vooral tijdens een debat.

terug