We hebben affaires binnen het openbaar bestuur. Al deze
dossiers werden of worden met modellen bestuurd, en veel besluiten werden en
worden genomen op basis van modellen.
Het kan belangrijk zijn dat er meer bewustzijn bij een
gemeenteraad ontstaat. Raadsgriffiers kunnen daarbij met raad en daad bijstaan.
Het doel daarvan is om meer inzicht te krijgen in wat ze wel of niet vertellen,
en hoe je ze op een verstandige manier kunt gebruiken.
Modellen kunnen helpen, maar alleen als begin van een
gesprek en niet als eindpunt. Zie hier het eerste aandachtpunt als het gaat om
het organiseren van het raadsproces en de rol van een raadsgriffier. Op een
toegankelijke en filosofische manier kan een maatschappelijke thema worden
besproken en hoe wiskundige modellen wel of niet ingezet kunnen of moeten
worden.
Statistiek is actueler dan ooit. Tal van beslissingen
(ook van een gemeenteraad) hangen van statistische overwegingen. Echter, als
iets statistisch is bewezen is verklaard, weten we dan zeker dat het waar is?
Helaas is dat niet (altijd) het geval.
Hoe, en vooral waarom, werkt statistiek eigenlijk? Een
gemiddeld raadslid is niet bedreven op dat vakgebied. Wat kunnen we van
statistiek wel maar ook niet verwachten? Kan dat geen toeval zijn? Of, sprake
zijn van wensdenken?
Dat begint met de vraag, moet je eigenlijk wel de
statistische uitkomsten toetsen, of zijn er andere manieren om tegen statistiek
aan te kijken? Wat is nu de beste zienswijze. Zonder modellen lukt het ook
niet. Werken met modellen is niet verkeerd, als je dit maar goed doet en goed
inbedt in het politiek-bestuurlijk proces.
Je kunt nog zulke mooie en kwalitatief goede modellen
ontwikkelen, maar de data moet wel hiervoor beschikbaar zijn en als het
beschikbaar is, dat dit ook kwalitatief goede data is. Welke data en waarom
zijn eveneens onderwerp van gesprek vooraf. Ontbreekt het aan (goede) data, dan
telt bij statistiek de volgende gulden regel: bagger in, bagger uit. Hoe
geweldig het model is, als data niet beschikbaar is of niet volledig of niet
goed, dan heb je nog niks aan de uitkomsten van dat model. Heb je daarover ook
vooraf. Soms is er elders (goede) data aanwezig, maar daaraan hangt wel een ‘prijskaartje’
(ook al is het relatief gezien niet duur).
Wat affaires hebben laten zien, is dat op ambtelijk niveau
keuzes worden gemaakt, terwijl dat politiek-bestuurlijke keuzes zijn en niet
daar thuis horen, maar bij het college. En, dat het dagelijks bestuur deze
keuzes maakt en daarover verantwoording (vooraf) aflegt aan de gemeenteraad en
samenleving. Dit onder de noemer van: pas toe en leg uit. Dan pas heb je een zinvol
gesprek tussen het college (als uitvoerend bestuur) en de gemeenteraad als
(toezichthoudend bestuur) waarbij het niet om politieke vragen alleen gaat,
maar vooral om ethische aspecten. Het zijn vooral ethische vraagstukken waarbij
verschillen dwars door fracties heen kunnen gaan en ook mag.
Het is aan de raadsgriffier om een gemeenteraad daarbij
te begeleiden, ondersteunen en de faciliteren. Dat begint door als
raadsgriffier hiervoor oog te hebben en ook feeling te hebben met dit soort type
bestuurlijke vraagstukken en -activiteiten. Maar, helaas zijn de raadsgriffiers niet hierop geselecteerd.
Het ontbreekt ook daar aan kennis en inzichten hieromtrent.
created with
WordPress Website Creator .