+31 - (0)6 - 403 23 123 

Kwaliteit of kwantiteit?

Het is een Déjà vu. Bij elk onderzoek is uit de bevindingen te herleiden dat de focus is geweest op kwantiteit en niet op kwaliteit. Nu de gemeente zorgfinancier is, is dit extra pijnlijk.

Je hebt een beperkte hoeveelheid tijd, geld en energie. Jij moet bepalen hoe je deze beperkte middelen inzet om je gemeentelijk beleid zo mooi mogelijk te maken. En bij die keuze zul je steeds opnieuw stuiten op de balans tussen kwantiteit en kwaliteit. Een fijn beleid is gevuld met kwaliteit.  

Een valkuil is, dat kwaliteit tegenover kwantiteit staat. Kwantiteit en kwaliteit zijn inderdaad twee verschillende dingen, maar behoeven niet per definitief tegenover elkaar te staan en dat het een kwestie is van een keuze tussen deze twee. Kwaliteit kan ook leiden tot meer kwantiteit. En, door meer kwantiteit kan er ook (meer) ruimte ontstaan voor werken aan kwaliteit.

Het is dan geen of-of, maar en-en. Dat stelt eisen aan verantwoording. De bedoelde bevindingen bij onderzoek laat zien dat verantwoording te veel is gefocust op kwantiteit. Maar, dat zegt niets. Het gaat ook om kwaliteit en misschien is dat wel het aller belangrijkst.

Het is een opletpunt voor de gemeenteraad. Het nadeel van alleen een kwantitatieve benadering is, is dat je dan geen debat is. Het debat wordt daarmee in de kiem gesmoord. Maar, de gevolgen van alleen een kwantitatieve benadering heeft ook gevolgen voor de burger.

Er wordt dan alleen gestuurd op basis van productiegegevens en financiële gegevens. Sturen op kwaliteit is wat anders en stelt ook andere eisen aan een (periodieke) verantwoording richting een gemeenteraad. Het gaat om het waarom achter al deze cijfers.  

De nadruk ligt minder op statistiek en gestructureerde gegevens en het biedt een diepgaand inzicht in menselijk gedrag, motivaties en emoties door middel van op tekst gebaseerde informatie. En, dat gerelateerd aan beleidsdoelen, zoals dat door de gemeenteraad (ooit) is bepaald. Dan pas heb je debat naar aanleiding van een verantwoording. Niet in de zin van ‘afrekenen’, maar in de zin van ‘hoe ethische afwegingen maken bij de uitvoering van het beleid gelet op de beleidsdoelen’.

Dat is een ander type gesprek. Het gaat over wat er gebeurt en waarom. Om bij bedoeld voorbeeld te blijven, wat weegt zwaarder (met behulp van enkele impressies van kwalitatieve verantwoording):
- Wat is belangrijker, informele zorg laten plaatsvinden en mantelzorgers ontlasten of tijdelijk afwijken van een bestemmingsplan (en
   zorginfarct beperken)?
- Wat is belangrijker, uit te geven woonadressen louter en alleen reserveren voor alleen nieuwbouwplannen of deze benutten om
  mantelzorgsituaties te kunnen financiering (waardoor kwantitatief minder woningen worden gerealiseerd, maar meer
  mantelzorgsituaties mogelijk zijn)?
- Wat is belangrijker, het volgende van een opleiding door een jongere of toch informele zorg laten uitvoeren (en pas later in een
  jongere investeren en helpen)?  

Het belang van deze kwalitatieve gesprek is toegenomen nu de gemeente (sinds 2007) ook een zorgfinancier is. Het is dan zoeken naar patronen die de basis vormen voor de uiteindelijke analyse. Immers, alle beleidsinstrumenten (van oudsher) binnen de gemeente staat ter beschikking om de informele zorg proactief en adequaat te organiseren.  

Bijvoorbeeld, de vraag is niet hoeveel bouwvergunningen er zijn afgegeven en hoeveel bouwmeldingen er zijn binnengekomen, maar op welke wijze de ‘harde sector’ binnen de gemeente heeft bijgedragen aan het proactief en adequaat organiseren van de informele zorg. Door naar deze ethische vraagstukken te krijgen, krijgt het maatschappelijke gesprek met burgers en samenleving als geheel ook meer diepgang en meer betekenis.  

Immers, bij al deze (aloude) beleidsinstrumenten geldt, dat er een ontheffingsmogelijkheid. Door dat niet toe te passen en strak vast te houden aan regels, wordt er geen maatwerk geleverd om informele zorg proactief en adequaat te kunnen organiseren. Het is op uitvoeringsniveau ‘veilig’ werken, maar daarmee wordt de mogelijkheid om informele zorg tijdig georganiseerd te krijgen door middel van maatwerk niet of in onvoldoende mate benut.

Door de gemeente deze beleidsinstrumenten maximaal te laten benutten om de zorg in Nederland goed te kunnen laten plaatsvinden, zal er meer-en-meer gebruik worden gemaakt van deze ontheffingsmogelijkheid. Het dwingt het college om elke keer om een ethische afweging te maken (en niet weg te duiken achter ‘regels’).

Het is aan de gemeenteraad om daarbij ‘over de schouders mee te kijken’. Niet om het besluit in een individueel geval te beïnvloeden, maar wel over de esthetische principes te hebben en deze verder aan te scherpen en dat is een voortdurend proces (en niet een kwestie van een keer in het jaar). Deze ethische principes zijn de hoofdlijnen van beleid (en deze hoofdlijnen heeft in elke vergadering de aandacht en niet een keer in het jaar). Het gaat elke keer om een gesprek over ethische keuze (wat geen synoniem is voor politieke keuzes en ook niet met elkaar verward moet worden).

Hierdoor krijgt een (kwalitatieve) verantwoording meerwaarde. Het is een belangrijk hulpmiddel van het college om samen met de gemeenteraad juist daarbij stil te staan, om als dagelijks bestuur het werk nog beter te kunnen doen. Praten over alleen regels, slaat dat kwalitatieve gesprek dood en daarmee het politiek-bestuurlijk bedrijf.

terug